Fragment

TIL
Omdat ik geen zin had in nog meer slapeloze nachten, besloot ik Simon een keer te achtervolgen. ’t Was een doordeweekse avond. We hadden net afgewassen. Normaal gesproken drinken we daarna een kopje koffie, maar Simon had een vaag verhaal over iemand die hij moest vervangen op de club en dat ie daarom iets eerder aanwezig wilde zijn. Ik stelde verder maar geen vragen. “Is goed lieverd. Pas goed op jezelf.” Ik ben anders nooit zo slijmerig. Ik klopte zelfs z’n schouders bij de voordeur af. Hij gaf me nog een zoen, liep naar ’t eind van de straat en sloeg linksaf. Normaal moet ie rechtsaf. Rechtsaf is z’n werk en de duivenclub. Linksaf is mijn moeder… En Olga. Ik trok m’n jas aan, liep naar ’t eind van de straat en sloeg linksaf. Ik zag Simon in de verte. Natuurlijk wist ik toen al dat ’t fout zat. Ik bleef zo ver mogelijk achter ‘m lopen, hoopte dat ie niet zou omkijken. Tussen de weilanden op dat smalle pad had ie me zo gezien. Simon slaat rechtsaf. De Bosweg in. Natuurlijk. De Bosweg. Op nummer 7 woont Olga. Pittoresk huis. Vooroorlogs. Mooie tuin. Veel bomen en buxus. Simon belt aan. Olga doet onmiddellijk open. Ze ziet er goed uit. Ik heb ‘r al een tijdje niet gezien. Ze draagt een rode jurk en heeft een leren veter om haar hals. Ik denk nog; wie doet er nou een veter om z’n hals? Simon glipt naarbinnen, alsof ie voelt dat ie bespied wordt. De deur gaat dicht. Ik wacht nog even. Ze zullen toch niet meteen… Nee. Eerst koffie.