Interview met Peter Aten in het Noord-Hollands Dagblad van donderdag 7 november 1996 door Hans Kottmann

De derde editie van Het Festival van het Ongespeelde Stuk in het Amsterdamse theater Bellevue is van start gegaan met een reading van ‘De Poel’, een co-productie van Hans Dorrestijn en Arie Kant. Daaruit blijkt dat ook bekende schrijvers hun stukken lang niet altijd daadwerkelijk gespeeld kunnen krijgen.
Er wordt in Nederland sowieso meer toneel geschreven dan opgevoerd. De Stichting Schrijverstoneel, die beoogt Nederlandse auteurs te stimuleren bij het schrijven van nieuw toneelwerk, selecteerde vijf speelklare stukken, aangevuld (buiten mededinging) met ‘Judaspenningen’: een nog totaal onbekend toneelstuk van Annie M.G. Schmidt dat een half jaar geleden opdook uit de archieven van het Theaterinstituut.
Een cast met klinkende namen verzorgt de readings. Dramaturgen en toneelleiders kunnen zich vastbijten in vers toneelvoer en het publiek heeft de kans een mogelijke potentiële topper in een pril stadium te zien. De auteur van het beste stuk krijgt tienduizend gulden. Eerdere winnaars waren Frank Houtappels (voor ‘Aan het eind van de Aspergetijd’) en Ruud van Megen (voor ‘De Egyptische schaatser’).
Peter Aten (1967) uit Wormer is tot zijn verrassing geselecteerd met zijn stuk ‘Een nogal ingrijpend ongeluk’. Aanstaande zondag ziet hij zijn geesteskind ook nog eens tot leven gewekt worden door drie actrices van naam en faam: Ann Hasekamp, Kitty Courbois en Sigrid Koetse. Als grafisch vormgever is Aten onder meer werkzaam bij het NOB, waar hij bijdragen levert voor het NOS-journaal en het Jeugdjournaal.
Peter Aten: “Dat zijn natuurlijk fantastische actrices, die er nog eens een extra draai aan kunnen geven. Ik had het stuk eerst naar Gislebert Thierens (een groot impressariaat dat vrije producties uitbrengt, red.) gestuurd en die heeft het doorgezonden. Ik vind het frappant dat het uitgekozen is. Er zijn niet zo veel vrouwenrollen waar je je tanden in kan zetten. Misschien was dat een reden voor selectie.”
Begin dit jaar werd zijn schrijvers- en regiedebuut ‘Uit de kille grond van mijn hart’ tijdens het Eenakterfestival in Westzaan opgevoerd door de Zaanse toneelvereniging WTG, waar hij als speler actief is. Het absurd-macabere stuk gaat over een man die weigert de dood van zijn vrouw te aanvaarden. Aten: “Die man maakte dat eigenlijk in zijn verbeelding mee. ‘Een nogal ingrijpend ongeluk’ is een stuk realistischer. Het gaat over drie zusters (Emmy, Trudy en Mathilde) die het ouderlijk huis opruimen waar hun bejaarde moeder onlangs is overleden. Naarmate dat langer duurt beginnen de irritaties op te lopen. Er wordt een groot onderwerp verzwegen dat met de oorlog te maken heeft en dat komt tot een uitbarsting.”
Dat het stuk om drie zusters draait blijkt inderdaad geïnspireerd op Tsjechov, maar daarmee houdt de overeenkomst volgens Aten ook op. Wie zijn stukken over elkaar schuift ziet naast het thema ‘dood’ ook ‘het leed dat familie heet’. Aten zoekt een mogelijke verklaring: “Het thema ‘dood’ fascineert me. Het maakt eerder ideeën bij me los dan het leven. Mijn fantasie kent ook een morbide inslag, waar ik dan wel graag een komische draai aan mag geven. Ik kan niet tegen ruzie. Ik schrijf grager en beter dan ik praat. Misschien zijn mijn toneelstukken dus wel een soort compensatie.”