Fragment

EDWARD
Bibi, kom op nou! We lopen al een half uur te roepen! Dat beest is allang ergens heen!

BIBI
Hij heet Puzzel!

EDWARD
Wat?

BIBI
Geen beest! Puzzel!

EDWARD
Puzzel dan! Ik vind ’t ook heel vervelend allemaal, maar je moet ook begrijpen…

Bibi loopt naar hem toe, even later gevolgd door Hannelore.

BIBI
Maar dat is ’t natuurlijk!

EDWARD
Wat?

BIBI
Hij weet nog helemaal niet dat ie Puzzel heet. We hebben ‘m pas. Daar heeft ie niet aan kunnen wennen.

EDWARD
Wat moeten we dan roepen? Hond hond?

HANNELORE
Wat heb je tegen ‘m gezegd de afgelopen twee weken?

EDWARD
Hoe bedoel je?

HANNELORE: Je zal toch wel iets tegen ‘m gezegd hebben?

EDWARD
Ik heb voornamelijk krachttermen gebruikt, geloof ik.

HANNELORE
Dus geen Puzzel.

EDWARD
Nee, geen Puzzel nee. Misschien luistert ie naar Pokkehond.

Stilte.

Sorry Bieb. Ik weet ook wel dat je er gek mee was, maar… Echt gehecht kun je toch niet zijn. Aan Puzzel.

BIBI
Wat weet jij daarvan?

EDWARD
Nou ja. Wat is nou één dag? Je hebt ‘m nauwelijks gezien.

HANNELORE
Maar ze heeft ’t wel twee weken over ‘m gehad. Hoe ze ‘m miste.

EDWARD
Ja, heel tactisch van je dus. Om ‘m voor de vakantie te geven.

HANNELORE
Romilde moest er gewoon vanaf. Die ging een maandje naar d’r moeder in Duitsland.

EDWARD
Wat kan mij dat nou schelen? Dat wist je dan toch ook? Had een andere fokker gezocht, zonder wormen. Ja sorry, Bibi. Maar ik zit een beetje op de wip. Ik heb gewoon geen tijd, snap je? Morgen wil ik met alle liefde nog een keer met je gaan kijken, maar ik moet nu gewoon weg. ’t Gaat niet zo goed op de zaak. Iedereen is… boos. Zullen we maar zeggen.

BIBI
Komt ’t door de scheiding?

EDWARD
Nee. Natuurlijk niet.

BIBI
Mamma zei dat je er privé net zo’n puinhoop van maakt als op je werk.

Stilte.

EDWARD
Zo. Zei ze dat. Dus ’t is allemaal mijn schuld.

BIBI
Weet ik niet.

EDWARD
Je moeder is een hele lieve vrouw, maar soms begrijpt ze bepaalde dingen niet. Bijvoorbeeld dat je er vaak niet bent als je een eigen bedrijf hebt met driehonderd man onder je.

HANNELORE
Omdat je niet kunt delegeren.

EDWARD
Zeg, bemoei jij je d’r ‘ns even niet mee, wil je? Ik heb een gesprek met mijn dochter. Wat denk je nou eigenlijk, Bibi? Ik zit toch ook veel liever thuis bij jullie? Maar dat gaat gewoon nu even niet. Ik heb de verantwoordelijkheid voor ’t welzijn van driehonderd gezinnen. Die kan ik toch niet zomaar laten stikken?

BIBI
Mamma zegt dat je driehonderd gezinnen voorrang geeft boven je eigen gezin.

EDWARD
Mamma vergeet dat die driehonderd gezinnen ervoor gezorgd hebben dat ze nu kan doen en laten wat ze wil. Zoals een weekje extra boeken op Mykonos.

Stilte.

BIBI
Ze heeft iemand ontmoet.

EDWARD
Ah.

BIBI
Een Griek.

HANNELORE
Bibi…

EDWARD
O, mocht ik dat niet weten? Hadden jullie zwijgplicht? Ik had toch al zo’n vermoeden. Ja. Waarom boek je anders een weekje extra? Om gezellig in je eentje aan de ouzo te zitten ’s avonds?

BIBI
Nikos heet ie.

EDWARD
Nikos. Nikos. Is ook een leuke naam. Voor een hond. Nikos! Nikos! Zoek stok!